Knip de bingokaarten: 9 klokken per kaart. Er zijn 9 verschillende kaarten, dus je kunt dit in een groep van max. 9 personen gebruiken (of sommigen krijgen dezelfde kaart).
- De taalcoach noemt de tijden op (langzaam, herhalen). Je vinkt hierboven de genoemde tijd aan, zo weet je wat je al opgenoemd hebt.
- De cursisten strepen de genoemde tijd door.
- Een ‘volle’ kaart is bingo. Laat de cursist de tijden opnoemen (goede oefening), je kunt dan controleren of je de tijden inderdaad allemaal genoemd hebt.