Bekijk de filmpjes en luister goed naar de tekst. Schrijf nuttige woorden op.
Zo leer je:
- de auto te bedienen
- de instructeur en de examinator te verstaan
-
1. Voor en na de rit: spiegels, autogordel, enz
-
2. Sturen en gas geven:
-
- Sturen: de doorgeefmethode en de overpak-methode
- Gas geven: op een gedoseerde en milieubewuste wijze (= manier). Let op het toerental.
https://youtu.be/NQA-Bhpa228?list=PLOhYe3Ovjmc0lSJonEE3V25KYUN7wUmVU -
-
3. Plaats op de weg
https://youtu.be/w2iOo24F9ZI -
4. Remmen, ontkoppelen, stoppen
Afremmen op de motor:
- Afremmen op de motor:
- gas loslaten
- terugschakelen
- toerenteller: 1000 toeren
Noodstop maken. De auto is voorzien van ABS (=anti blokkeer systeem).
https://youtu.be/z4rG_Ko5iIQ